Les 3-7 : Vogels in het voorjaar

Mannetjesvink

In het voorjaar verandert er buiten van alles.
De bomen en struiken worden weer langzaam groen.
Overal bloeien bloemen. Plantjes schieten uit de grond.
Je kunt weer eens even zonder jas naar buiten. Iedereen die dan buiten komt denkt: “Lekker, voorjaar!”
Ook voor de vogels verandert er veel.
Sommige verwisselen hun winterjas voor een fraai zomerkostuum.

Fuutjes op de rug krijgen een visje.


De mannetjesvinken zien er bijvoorbeeld prachtig uit. En ook aan de fuut en de grutto kun je zien dat de winter voorbij is.
In deze tijd zoeken veel vogels een plekje om te nestelen.
Gelukkig heeft iedere vogel zijn eigen voorkeur.
Weidevogels houden van ruimte. Die vinden ze op de weilanden en de akkers.
Andere vogels maken hun nest het liefst in de buurt van het water. In het riet of zelfs drijvend op het water.

De grutto, een weidevogel


De meeste zangvogels verstoppen hun nesten zo goed mogelijk.
Ze bouwen het tussen de takken van bomen en dichte struiken, of in holle bomen en andere ruimtes, zoals nestkastjes.
Er zijn ook vogels die hun nesten graag vlak bij elkaar bouwen. Al die nesten bij elkaar noemen we een kolonie.

Kolonie papagaaiduikers

De meeste vogels moeten in de broedtijd niets van hun soortgenoten hebben.
Die moeten uit de buurt blijven. Daarom probeert elke vogel een eigen stukje broedgebied te veroveren.
Zo’n eigen gebiedje noemen we het territorium van de vogel.
Daarin dulden het mannetje en soms het vrouwtje geen vogels van dezelfde soort.
Ze moeten immers in de buurt van het nest voldoende voedsel kunnen vinden. Dat hebben ze nodig om de jongen groot te brengen en ook voor zichzelf.
Daarom kunnen ze geen concurrentie van soortgenoten gebruiken. Bij zangvogels gaat meestal het mannetje op zoek naar een vrij plekje.
Als hij dat gevonden heeft, kun je dat goed horen.
Op een hoge uitkijkpost gaat hij zitten zingen.
Met dat geluid wil hij de andere mannetjes duidelijk maken: hier woon ik, wegwezen!!

Iedere vogel heeft zijn eigen geluid. Denk maar eens aan krassen, kwetteren, zingen of schreeuwen.
Sommige maken zelfs geluid zonder hun stembanden te gebruiken. Een  specht bijvoorbeeld roffelt met zijn snavel op boomtakken.
Maar al die geluiden hebben dezelfde betekenis: dit is mijn territorium, verboden toegang!!

Roffelende zwarte specht

Vogels zingen niet alleen om hun territorium aan te geven.
Zingende mannetjes laten op deze manier ook weten dat zij nog op zoek zijn naar een vrouwtje.
Hun zang is dan een soort huwelijksadvertentie. Rondzwervende vrouwtjes komen op die manier aan de man.
Nadat er een paartje is gevormd, worden de andere vrouwtjes uit het territorium verjaagd.
Af en toe proberen soortgenoten het territorium binnen te dringen.
Dat duurt meestal maar even. Dan komt de bezitter met veel misbaar aangevlogen.
Er ontstaat een wilde achtervolging en meestal druipt de indringer af. Er wordt maar zelden echt gevochten.
Dreigen en schreeuwen is meestal genoeg. Soms proberen vogels indruk te maken op hun tegenstanders.
Ze proberen ze op die manier af te schrikken.

Zingende vogels


Het voorjaar is de beste tijd om op vogelspeurtocht te gaan.
De bomen zitten nog niet vol in blad. Daardoor kun je ook de kleinere vogels goed zien.
Vooral de vogelgeluiden kunnen je van alles vertellen.
Want je weet nu: iedere zingende  merel betekent eigenlijk een nest.
Door goed op die geluiden te letten, kun je van alles te weten komen.
Je ontdekt bijvoorbeeld welke vogels er bij jou in de buurt wonen.
En hoe groot het territorium van een vogel is.
Later, als de jonge vogels uit het ei zijn gekropen, kun je zelfs het nest vinden.
Maar blijf wel uit de buurt van een vogelnest. Anders verstoor je de vogels en dat is natuurlijk niet de bedoeling.

Van ei tot vogel

Beantwoord de volgende vragen:

1. Wat is de echte naam van een bandvink?

2. Waar vind je een grutto?

3. Welke kleuren heeft het verenkleed van een specht?

4. Hoe gedraagt een merel zich?

Haagse vogels