Van nature zijn mensen alleseters. Ze verzamelden niet alleen vruchten en knollen, maar gingen ook op jacht. Tot ze ontdekten dat je gemakkelijker vee kon houden. Dan heb je je prooidieren altijd bij de hand. Eeuwenlang houden mensen al koeien, varkens of kippen. Vroeger had je nog ouderwetse boerderijen. Er werd graan en veevoer verbouwd en je zag er allerlei dieren. De koeien en paarden liepen in de wei. Op het erf scharrelde een toompje kippen rond en de varkens rolden zich lekker in de modder. We noemen dat een gemengd bedrijf. Die tijd is voorbij. Het gezellige gemengde boerenbedrijf van toen is een eentonige “fabriek” geworden. In enorme schuren met een grote voedersilo ervoor worden heel veel dieren van één soort gehouden. De verzorging gebeurt met machines en computers. Dat scheelt personeel, en dus geld. De boer krijgt niet zo veel geld voor het vlees en de melk. Daarom moet hij meer dieren houden. Er zijn boeren die koeien houden voor de melk. Andere boeren houden vee voor het vlees. Vaak wordt er op zo’n bedrijf maar één diersoort vetgemest. Veel dieren komen nooit meer buiten. Het is gewoon een dierenfabriek. We noemen dat bio-industrie.
Vroeger verbouwden de boeren zelf hun veevoer. Maar met zoveel vee kan dat niet meer. Nu kopen ze veevoer van veevoerfabrieken of ze importeren het uit verre landen. In Zuidoost-Azië wordt veel tapioca verbouwd voor veevoer. Daardoor blijft er weinig grond over voor het verbouwen van voedsel voor henzelf, terwijl die mensen daar bijna niets te eten hebben. Nu hoeven de boeren hier geen veevoer meer te verbouwen. Maar al die dieren zorgen wel voor veel mest. Tja, en die mest hebben de veeboeren niet meer nodig. Niemand weet waar die mest naar toe moet. De boeren in Zuidoost-Azië zouden er blij mee zijn! Varkens worden vetgemest. Ze zitten een half jaar in een donkere stal aan de ketting. Ze kunnen alleen staan en liggen. We noemen dat een ligboxenstal. De mest zakt door een betonnen rooster in de gierkelder. Varkens vinden wroeten in de grond zalig. Maar dat lukt natuurlijk niet op dat beton. Sommige varkens krijgen zelfs pootgebreken. Die kunnen nauwelijks meer lopen. Kalveren leveren mooi wit vlees. Maar dan moeten ze wel op een speciaal dieet. Ze staan allemaal apart in een soort kist in een donkere stal. Daarom noemen we ze kistkalveren. Na vijf maanden wegen ze al 200 kilo en zijn ze rijp voor de slacht. Eigenlijk zijn ze ziek, ze lijden aan bloedarmoede.
Een kip legt 300 eieren per jaar. Het is dus de moeite waard om kippen te houden. Maar dan moet je er wel tienduizend in één hok stoppen. Anders levert het toch te weinig op. Zo’n kippenboerderij noemen we een legbatterij. De kippen zitten opgesloten in kleine kooitjes van gaas. Er passen precies vier kippen in een hokje. Op het gaas kunnen ze niet lekker scharrelen. Daarom pikken ze elkaar maar kaal, ook al zijn hun snavelpunten afgebrand. Er zijn ook geen leghokken waar de kippen rustig een ei kunnen leggen. Dus leggen ze deze zo op het gaas. Via het gaas rollen de eieren op een lopende band. Na een jaar worden de kippen geslacht. Het gebeurt ook anders! Veel dieren uit de bio-industrie worden al beter behandeld. Voor de kippen zijn er nu grote scharrelschuren. Er zijn varkensmesterijen waar de varkens ook naar buiten kunnen. Ze geven dan zelfs beter vlees. Steeds minder kalveren worden opgesloten in een kist. Wit vlees is niet nodig, want het smaakt precies hetzelfde als rood vlees. Het is zelfs minder gezond. Je kunt ook besluiten om geen vlees meer te eten. Gezond eten kan ook zonder vlees. Als je vlees toch erg lekker vindt, vraag dan thuis om scharrelvlees. Dat is vlees van dieren die vrij hebben kunnen rondlopen. Daar zit geen naar bijsmaakje aan.
Vragen over de leestekst
1. Wat is een gemengd bedrijf?
2. Waar wordt veel tapioca verbouwd?
3. Wat is een gierkelder?
4. Wat is een legbatterij?
5. Wat is scharrelvlees?
Vragen over de filmpjes:
Eerste filmpje: 1. Wat eten de koeien?
Eerste filmpje: 2. Wat is verduurzamen?
Tweede filmpje: 3. Wat wordt er gedaan met de mest van de koeien?
Derde filmpje: 4. Wat vind je van deze legbatterij?
Vierde filmpje: 5. Wat zijn de verschillen tussen filmpje 3 en 4?